Het Land van Ooit was gesloten. Er ontstond voorzichtig aan een online-gemeenschap van mensen die Het Land van Ooit misten. Ik was zelf een weblog begonnen waar ik al snel reacties op kreeg. Er werden foto’s en filmmateriaal verzameld en gedeeld op een online server. Ook John Rabou, ooit opperhoftekenmeester van Het Land van Ooit had zijn weblog Ooitgetekend. Ik raakte in contact met lotgenoten die dezelfde fascinatie deelden voor Het Land van Ooit. Hierdoor wilde ik mijn LEGO-creaties gaan delen met de buitenwereld.
Ik ging mijn technieken verfijnen. Op internet zocht ik manieren om met de computer strakkere ontwerpen maken voor de poppetjes. Ik wilde ze in grotere aantallen kunnen maken om te verkopen of weg te geven. Daarvoor was het niet handig om met de hand te moeten schilderen en elk hoedje apart te boetseren. Ik ontdekte dat er zoiets bestond als water-slide decal; een soort transferpapier voor plastic. Met brasso blijk je de LEGO-opdrukken van je poppetjes te kunnen poetsen, waarna je de decal-print heel voorzichtig op het oppervlak kunt leggen. Ik schreef erover op mijn weblog: Beprinten van LEGO-poppetjes
Milliput, twee componenten klei die vanzelf uithardt, bleek zeer geschikt voor hoedjes en haarstukjes. Hiermee paste ik originele LEGO-onderdelen aan, waardoor ze perfect blijven passen op de hoofdjes van de poppetjes. Met gietrubber maakte ik malletjes om met giethars kopietjes maken, die ik beschilderde. Deze techniek is ook in de modelbouw gebruikelijk.
Ik maakte capes en kragen door stof te coaten met lijm om rafelen te voorkomen. Kartonnen mallen kon ik overtrekken op de stof, om deze vervolgens uit te knippen. Met een zilverkleurige gel-pen kon ik er details op tekenen.